-
1 respect
n. eer, respekt; konsideratie--------v. respekterenrespect1[ rispekt]1 opzicht ⇒ detail, (oog)punt♦voorbeelden:1 in all/many/some/several respects • in alle/vele/sommige/verschillende opzichtenin some respect • in zeker opzicht, enigermate2 aandacht ⇒ zorg, inachtneming3 eerbied ⇒ achting, ontzag♦voorbeelden:〈 formeel〉 with respect to • met betrekking tot, wat betreftwithout respect to • zonder te letten op, ongeachthave/show respect for someone • eerbied hebben voor iemandwin the respect of everybody • bij iedereen respect afdwingenwith respect • als u mij toestaat1 eerbetuigingen ⇒ groeten, complimenten♦voorbeelden:————————respect2〈 werkwoord〉1 respecteren ⇒ eerbiedigen, (hoog)achten♦voorbeelden: -
2 have/show respect for someone
have/show respect for someone -
3 reverence
n. respect, diepe eerbied--------v. eerbiedigen, vererenreverence1[ revrəns] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 verering ⇒ respect, (diepe) eerbied, ontzag♦voorbeelden:1 hold someone/something in reverence • eerbied koesteren voor iemand/ietspay reverence to • eerbied bewijzen aan————————reverence2〈 werkwoord〉1 vereren ⇒ eerbied/ontzag hebben voor -
4 awe
n. ontzag; angst--------v. ontzag inboezemenawe1[ o:] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:stand in awe of • groot respect/ontzag hebben voor————————awe2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:be awed into silence • (door ontzag) tot zwijgen gebracht worden -
5 Achtung
Achtung〈v.; Achtung〉1 (hoog)achting ⇒ respect, ontzag2 oplettendheid ⇒ voorzichtigheid, attentie♦voorbeelden:1 Achtung gebietend • achting, respect, ontzag afdwingendalle Achtung! • daar heb ik alle respect voor!, daar neem ik mijn hoed voor af!bei aller Achtung, aber … • met alle respect, maar …in hoher Achtung stehen • hoog in aanzien staanmit Achtung • met eerbied, respectAchtung vor jemandem, einer Sache haben • achting voor iemand, iets hebben2 Achtung, Stufe! • voorzichtig, trede!Achtung! • opgelet!, attentie!, voorzichtig!————————Achtung!opgelet!, attentie!, voorzichtig! -
6 honour
n. eer, eerbied, respect, goede reputatie; integriteit, eerlijkheid; beloning, bekroning, gift; privilege; trots, eer--------v. respect betonen; respecteren, waarderen; bekronen; prijzen; accepteren; een belofte standhouden, respect betonen; respecteren, waarderen; belonen, prijzen; accepteren; belofte waarmakenhonour1♦voorbeelden:she's an honour to her parents • zij strekt haar ouders tot eer1 eer ⇒ hulde, aanzien, reputatie♦voorbeelden:debt of honour • ereschulddo honour to someone, do someone honour • iemand eer bewijzenit does him honour, it is to his honour • het strekt hem tot eerdo someone the honour of visiting him/of a visit • iemand met een bezoek vererenhave the honour to/of • de eer hebben omput someone on his honour • iemand vertrouwenin honour of • ter ere vanin honour bound, on one's honour • moreel verplicht(up)on my honour • op mijn erewoord♦voorbeelden:————————honour21 eren ⇒ in ere houden, eer bewijzen♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский